Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

De Casman-clausule op Vlaamse wijze

Een Casman-clausule is een beding in het huwelijkscontract van gemeenschap van goederen. Op grond van dit beding wordt het gemeenschappelijk vermogen voor het geheel toebedeeld aan de langstlevende echtgenoot, onder last een som te betalen aan de nalatenschap van de eerstoverleden echtgenoot. Die som is groot de helft van de nettowaarde van het gemeenschappelijk vermogen . Meestal wordt bedongen dat die som pas eisbaar is bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot en dat de langstlevende echtgenoot een intrest op die som moet betalen.

In cijfers. Het netto-actief van het gemeenschappelijk vermogen bedraagt 100. Die gaan in volle eigendom naar de langstlevende. De langstlevende moet op de dag van haar overlijden 50 betalen aan de nalatenschap van de eerstoverleden echtgenoot, vermeerderd met intrest.

Vroeger werd steeds berekend welke de juiste reële waarde was van de schuldvordering van de erfgenamen van de eerstoverleden echtgenoot. Dit is nu volgens Vlabel niet meer nodig. Die schuldvordering wordt begroot op het nominale bedrag van 50, of er interest bedongen is of niet. Daardoor betalen alleen de erfgenamen van de eerstoverleden echtgenoot erfbelasting.

Bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot was er vroeger een overbedelingsschuld aftrekbaar. In casu 50 + intrest. Het nieuwe standpunt wijzigt dit. Als er gemeenschappelijke kinderen zijn van de twee echtgenoten, dan is de overbedelingsschuld niet aanvaardbaar in het passief, zegt Vlabel. Bij wijze van compensatie mogen de gemeenschappelijke kinderen wel de belastbare grondslag verminderen met de grondslag waarop zij reeds belast werden bij het eerste overlijden. Stel de langstlevende was 54 jaar bij het overlijden van de eerstoverleden echtgenoot, dan bedroeg haar vruchtgebruik 52% en de blote eigendom van de kinderen 48% van 50. De kinderen werden dus belast op 24. Die 24 mogen zij dan in mindering brengen van hun belastbaar erfdeel in de nalatenschap van de langstlevende.

Het verschil tussen het oude systeem en het nieuwe systeem is echter zeer groot:

  1. Oud systeem: de langstlevende bekomt op vierenvijftigjarige leeftijd 100 en moet 50 schuldig erkennen te vermeerderen met intrest ad 4% per jaar. Zij leeft nog 40 jaar. Op de dag van haar overlijden is het actief nog steeds 100 en is de overbedelingsschuld aangegroeid tot 50 + 80 = 130. Er is geen erfbelasting verschuldigd.

  2. Nieuw systeem: de langstlevende bekomt op vierenvijftigjarige leeftijd 100 en moet 50 schuldig erkennen te vermeerderen met intrest ad 4% per jaar. Zij leeft nog 40 jaar. Op de dag van haar overlijden is het actief nog steeds 100 en is het deel dat de kinderen in mindering mogen brengen 24. Er is erfbelasting verschuldigd op 76.

Toepassing in de tijd. Het standpunt zegt niet waarop de nieuwe regeling van toepassing is : op de nalatenschappen opengevallen na 7 juli 2016 (retroactieve toepassing) of op de Casman-clausules ingelast na 7 juli 2016 (niet-retroactieve toepassing). We zullen het snel weten.

Indien het nieuwe standpunt op bestaande clausules wordt toegepast, zullen de erfgenamen de berekening volgens het oude en volgens het nieuwe systeem met elkaar vergelijken. Indien het eerste gunstiger is dan het tweede doen ze er goed aan om tijdig bezwaar aan te tekenen.

Degenen die van plan waren om de Casman-clausule in te lassen, moeten er rekening mee houden dat de clausule veel minder interessant is dan vroeger.

N. Geelhand de Merxem

Standpunt nr. 16053 dd. 13.06.2016 “Ouderlijke boedelverdeling en verblijvingsbedingen met last”, gepubliceerd op 7 juli 2016.