Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

De Startnota van Bart De Wever d.d. 12 augustus 2019

In de Startnota (hierna “Nota”) die gisteren werd meegedeeld en die de basis vormt voor de verdere formatiebesprekingen op Vlaams niveau, staat een passage over erfbelasting. Volgens de auteur van de nota zelf zou de inhoud van deze basisnota reeds ter sprake zijn gekomen bij de aftastende gesprekken met de andere twee partijen (VLD en CD&V).

In de erfbelasting voeren we een volledige vrijstelling in voor de langstlevende echtgenoten en wettelijk samenwonenden alsook voor de inwonende kinderen tot 18 jaar. We sluiten tegelijk een aantal mechanismen tot fiscale ontwijking af en we onderzoeken of we schenkingen kunnen stimuleren via het optrekken van de termijn voor het progressievoorbehoud in de erfbelasting”.

De vrijstelling voor de langstlevende echtgenoten en wettelijk samenwonenden is niet helemaal nieuw. Die vrijstelling is reeds ter sprake gekomen naar aanleiding van de laatste hervorming van de Vlaamse erfbelasting (decreet van 6 juli 2018 tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht, BS 20 juli 2018). Uiteindelijk werd dit om budgettaire redenen beperkt tot een vrijstelling met betrekking tot roerende goederen voor een bedrag van 50.000 euro. Deze beperkte vrijstelling geldt wel voor “partners” en dus ook voor feitelijk samenwonenden. De Nota beperkt de veel ruimere (want totale) vrijstelling tot echtgenoten en wettelijk samenwonende partners. De feitelijk samenwonende partners vallen dus uit de boot, ook al wonen ze bv. meer dan 20 jaar samen.

De Nota stelt dat de belastinghervorming wordt doorgevoerd, zonder de globale belastingdruk te laten toenemen. Een maximaal gebruik van de vrijstelling bij overlijden van een partner heeft tot gevolg dat de nalatenschap van de langstlevende echtgenoot zwaarder belast wordt. Er zou in principe een terugverdieneffect moeten zijn. Dat kan berekend worden.

De totale vrijstelling tussen echtgenoten biedt de mogelijkheid om nog meer te focussen op de civielrechtelijke successieplanning.

De vrijstelling voor inwonende kinderen onder de 18 jaar is nieuw. Men zal moeten uitmaken wat met “kinderen” wordt bedoeld (quid geadopteerde, stief- en zorgkinderen) en wat met “inwonende” wordt bedoeld (bv. bij hersamengestelde gezinnen).

De Vlaamse Regering zou ook een aantal mechanismen tot fiscale ontwijking afsluiten. Strengere decretale maatregelen worden dus verkozen boven de toepassing van de algemene anti-misbruik bepaling. Voor de rechtszekerheid is dit inderdaad een positief punt. Het grappige is dat de Vlaamse decreetgever de laatste vier jaar nagenoeg alle achterpoortjes heeft afgesloten die echtgenoten gebruikten om elkaar op een fiscaal goedkope manier te begunstigen (sterfhuisclausule, finaal verrekenbeding, Casman-clausule, enz.). Nu wordt de poort volledig wordt geopend door de totale vrijstelling tussen echtgenoten. Benieuwd welke achterpoortjes geviseerd worden.

Ten slotte gaat de Vlaamse overheid onderzoeken of schenkingen kunnen gestimuleerd worden via het optrekken van de termijn voor het progressievoorbehoud in de erfbelasting. Thans wordt de belastbare basis van een schenking van onroerende goederen binnen de drie jaar voor het overlijden, bijgeteld bij het erfelijk emolument van de begiftigde erfgenaam. Indien men deze termijn optrekt naar bv. 7 jaar, zullen de belastingplichtigen vermoedelijk vroeger overgaan tot het doen van onroerende schenkingen.

Kortom, er is dus andermaal een hervorming van de Vlaamse erfbelasting in de maak. We volgen de totstandkoming ervan op de voet.

N. Geelhand de Merxem