Eggermont Van Eyndhoven Crommen Geelhand Barbaix

Het testamentair “meerderjarigenbewind” op de schop?

| Nicolas Geelhand de Merxem

Het Hof van beroep te Antwerpen velde op 22 maart 2022 een arrest in een zaak van vereffening-verdeling van een nalatenschap.

Eén van de vragen die aan het Hof werden voorgelegd, betrof de vraag naar de geldigheid van een testamentair bewind voor een meerderjarig kind.
Daarover stelt het Hof het volgende:

"Daarnaast rijst de vraag of de bewindclausule voor de periode van de meerderjarigheid geen verboden contractuele handelingsonbekwaamheid via een extralegaal bewind of extralegale voogdij invoert.

In beginsel is iedere persoon handelingsbekwaam, d.w.z. eenieder kan de rechten en plichten waarvan hij drager is, zelf en zelfstandig uitoefenen. De regel van de principiële handelingsbekwaamheid van eenieder is in ons rechtstelsel fundamenteel. Uitzonderingen op de handelingsbekwaamheid kunnen uitsluitend door de wetgever worden aangebracht (zie artikel 1123 oud B.W.) en moeten ook steeds limitatief geïnterpreteerd worden (zie ook: P. Senaeve, Compendium va het personen- en familierecht, boekdeel I, Leuven, Acco, 2009, 56). De regels van inzake de staat en bekwaamheid van de persoon raken de openbare orde.

De Belgische wettelijke bepalingen voorzien enkel in een voogdij en bewindsregeling voor minderjarigen en onbekwamen. Meerderjarige bekwame personen vallen niet onder het toepassingsgebied van deze wettelijke bewindsregel. De laatsten dienen vrij en ongestoord over hun goederen te beschikken, zonder hiervoor enige verantwoording te moeten afleggen (zie ook: N. Labeeuw, “Bewind als modaliteit van een testament” in A. Verbeke, F. Buyssens en H. Derycke (eds.), Estate Planning, boek 5, Vermogensplanning met effect na overlijden: erfrecht en testament, Gent, Larcier, 2005, 147).

Waar de gelegateerde goederen aan het kind toekomen onder de last om ook tijdens de meerderjarigheid het beheer ervan aan een derde over te laten, bestaat deze opgelegde last erin om via het aanvaarden van een bewindvoering van de principiële vrije en ongestoorde beschikking en het beheer van deze goederen af te zien. Bij wijze van last wordt hier bijgevolg in essentie een extralegale handelingsonbekwaamheid via het bewind met betrekking tot het gelegateerd vermogen opgelegd.

Dat een handelingsbekwame meerderjarige ervoor kan opteren om een legaat met dergelijke last al dan niet te aanvaarden, doet – naar het oordeel van het hof – geen afbreuk aan het feit dat de last op zich een verboden contractuele handelingsonbekwaamheid via een niet-toegelaten vorm van extralegale voogdij oplegt."

Nicolas Geelhand